Geschiedenis (het begin...)
Wat er aan vooraf ging.
In de beginperiode was er weinig. Net zoals de mensheid uit het niets is ontstaan, waren er voor het voetballen alleen een stel enthousiastelingen, die het spelletje speelden op het land van boer Hilgenga. Voor het gebruik van dit veld moest men toen een huurprijs betalen. Gevoetbald werd er niet alleen tegen andere verenigingen uit de buurt, maar eveneens tegen teams die geformeerd werden uit andere geledingen van de maatschappij, zoals bijvoorbeeld de Baptistenkerk.
Het was natuurlijk behelpen en talloze voorzieningen, zoals wij die nu kennen waren er toen nog niet. Netten van doelen ontbraken bijvoorbeeld. Daar tegenover stond dat er wel echte (witte!) doelpalen stonden. Nadeel was ook dat het veld iets afliep, al is niet bekend of dat enige negatieve invloed had op de uitslag van de gespeelde partijen.
Kleedkamers ? Destijds een volstrekt onbekende luxe. Voor het voetballen aan verkleedden de acteurs zich in de schuur of gewoon of gewoon buiten, waarbij strobalen de mannen moesten beschermen tegen al te nieuwsgierige voorbijgangers. Scheidsrechters en grensrechters waren er wel en de duels kenden soms een zeer onregelmatig verloop, al lag dat dan niet aan de leiding.
Waterput.
Het terrein lag naast een 'wieke' en het gebeurde dus meer dan eens dat de bal in het water belandde. Pauze had men ook, tussen twee speelhelften in en zelfs het bakkie thee in de rust ontbrak niet. Vers gezet door de boerin, die waarschijnlijk vond dat de jongens wel een opkikkertje konden gebruiken na al dat geren en gevlieg. Omdat je van al die inspanning flink ging zweten, konden de heren zich na het duel opfrissen. Niet onder de douche maar ..........., juist: bij de waterput.
Groentekar.
Er werd niet alleen gespeeld op het weiland van boer Hilgenga. Het fenomeen uitwedstrijd bestond toen ook al. Vaak ging men dan met z'n allen op de fiets Het kwam dan evenwel voor dat de afstanden te groot waren om ze op de tweewieler af te leggen. In die gevallen maakte men gebruik van het vervoermiddel van de familie windels. Die stelden het geheel met veel plezier tot beschikking. Het enige was dat het verhikel van te voren even schonngemaakt moest worden, aangezien de familie Windels een groentezaak had en het wagentje dus boordevol met verse waar zat.
Kippenhok.
Aan het optreden op het land van Hilgenga kwam na verloop van tijd een eind. De verantwoordelijke mensen van het groepje fanatiekelingen slaagden er niet meer in om de huur op te brengen. De boer bedacht even een origineel als afdoend maatregel: hij nam de doelpalen in beslag. Ze kregen een uitstekende bestemming. Bekend is dat het kippenhok, die van de staanders werd gemaakt, nog jarenlang dienst hebben gedaan als meer dan knussen behuizing voor het pluimvee van boer Hilgenga.
Oprichting.
Een groep enthousiastelingen, liefhebbers van de voetbalsport, besloten zich te verenigen en die vereniging S.E.T.A. te noemen. Sportclub Exloërmond Tot Afdraai. Gehuld in de kleuren van het water (blauw) en van het licht (wit). Een knallende klinkende afkorting van een ietwat poëtisch aandoende naam voor zoiets eenvoudigs als een voetbalclub Over de beginperiode is niet veel zoveel meer bekend. Precieze namen en data ontbreken grotendeels, maar uit de hierna volgende stukjes - verhalen van hen die bij de oprichting betrokken waren- is een aardig beeld te schetsen van hoe het een en ander werkelijkheid werd.
Mooie zomeravond.
Op een mooie zomeravond, we schrijven augustus 1956, ging Ruud van der Laan, wonend aan de Schoolkade te Musselkanaal, op stap om leden te werven voor een nieuw op te richten voetbalclub. De eerste leden die hij kon noteren waren de gebroeders Boerhave, te weten Gijsbert, Evert en Frederik. Diezelfde avond nog, slaagde hij er in Dick Boon en Kasper Manning als nieuw lid in te schrijven. Na verloop van tijd kwamen daar nog bij: Roelf Wiering, Stoffer Bos, Koene Vos, Hendrik Roossien Geert Bos en Bouke Hekman. Dat was het allereerste elftal.
Een heus bestuur was er ook en werd gevormd door voorzitter Ruud van der Laan, secretaresse Joke Schrik, Willem Huizing als penningmeester en Geert Bos, Gerrit Hanouwer en Laurens Kip als bestuursleden. De naam was eveneens geen probleem, aangezien de kersverse voetbalclub zich aansloot bij de reeds bestaande gymnastiekvereniging die de naam S.E.T.A. droeg.
KNVB.
Joke Schrik nam in zijn functie als secretaresse contact op met de KNVB om melding te maken van de oprichting van een nieuwe voetbalclub in Musselkanaal. Het duurde evenwel tot eind oktober 1956 voor de voetbalbond de nieuwe vereniging tot haar gelederen toeliet. Niet iedereen was namelijk blij met de oprichting van een dergelijke club. Zo probeerde het bestuur van SJS uit Stadskanaal op alle mogelijke manieren het ontstaan van een concurrent - die immers ook op zaterdag speelde - te verhinderen. De afloop is bekend, al stribbelde de KNVB nog even tegen, vanwege de gekozen naam. Grootste bezwaar was dat het al een bestaande titel was. Later werden alle bezwaren ingetrokken en was de club een feit. Voordat S.E.T.A. toegelaten werd tot de competitie speelden de blauw-witten tegen fabriekselftallen met illustere namen als 'Bruintje Beer', 'Beuving Metaal' en 'de Glasfabriek' te Nieuw Buinen.
Eind oktober, na de toelating, moest er een achterstand van 5 wedstrijden worden weggewerkt. De sterkste tegenstander bleek 'de Gemzen' uit Nieuwolda te zijn. Zij hadden tot dan alle wedstrijden gewonnen. In het allereerste seizoen noteerde S.E.T.A. slechts 1 verliespunt tegen Midwolda. Door beide wedstrijden tegen 'de Gemzen' te winnen slaagt de blauw-witte formatie reeds in het eerste seizoen er in om kampioen te worden en promotie te bewerkstelligen.
Spekken en rooien.
In die tijd was het nog gebruikelijk dat er op zaterdagmorgen gewerkt werd. Voor sommigen was het dus niet altijd even eenvoudig om op tijd te zijn voor het voetballen. Toch kreeg men van het werken niet genoeg, lijkt wel. Deels om de contributie te betalen en gedeeltelijk om de clubkas te spekken, ging men elkaar helpen aardappelen rooien en stonden enkelen met een schietkraam, in het kader van de winkelweek van Musselkanaal, geld binnen te halen.
Verzorging.
Rest nog te vermelden over de aanvangfase, dat ook over het welzijn van de heren voetballers werd gewaakt. Zorg daarvoor nam mevrouw Kuilman op zich. Zij was de gehele week op het voetbalveld aanwezig om de jongens zoveel mogelijk naar de zin te maken. Altijd stond de koffie klaar en zij was er verantwoordelijk voor dat de gebouwen immer proper waren. En ........, uiteraard werd de inwendige mens niet vergeten. 's Weekends bakte zij patat en frikadellen en schonk ze diverse dranken voor de dorstige kelen.